De huiszwam (Serpula lacrymans – la Mérule) is de enige zwam die niet in de natuur groeit (wel sporen in de lucht). Nooit in een bos of geveld hout en nooit op buitenschijnwerk dat blootgesteld is aan temperatuur- en vochtwisseling.
De huiszwam heeft een constante temperatuur en hoge relatieve luchtvochtigheid nodig (tussen 5 en 45°C en 90-95%). Om te kunnen beginnen is naaldhout nodig met minimum 30 tot 40% vochtgehalte, nadien heeft hij een minimum van 20% vochtgehalte nodig en kan ook loofhout aangetast worden (kamerdroog hout bevat max. 16% vochtgehalte).
De ideale omstandigheden zijn: ruimten met slechte of geen verlichting, met constante temperatuur, hoge luchtvochtigheid, weinig ventilatie, aanwezigheid van hout (bv: kelders, onbewoonde huizen, vochtige valse plafonds en wanden, vochtige plankenvloer onder linoleum,…).
De groeisnelheid is variabel volgens omstandigheden. In labo: ongeveer 1 tot 4 meter per jaar. In de praktijk ongeveer 1m per jaar met variaties volgens omstandigheden van 1/20, datering is daarom bijna onmogelijk. Huiszwam kan droogte gedurende meerdere jaren overleven en na soms 9 jaar terug actief worden, alleen droogleggen is zeker niet voldoende. Niet droogleggen en alleen chemisch behandelen is ook gevaarlijk:
Wordt gevormd in “stress” situaties wanneer voedsel schaars wordt of wanneer de vochtigheid te laag wordt.
De kelderzwam (coniophora puteana) komt minstens evenveel voor als de huiszwam. De schade die veroorzaakt wordt is eveneens groot.
Daar de fungus niet over dezelfde mogelijkheden beschikt om zich te verspreiden, blijft de aantasting gewoonlijk meer beperkt dan in het geval van de huiszwam.
De kelderzwam ontwikkelt zich op hout (of van cellulose afgeleide materialen) onder zeer natte omstandigheden. Het substraat moet veel vochtiger zijn dan voor de huiszwam. De optimale groei gebeurt in hout met een vochtgehalte van 50 tot 60%. Huiszwam en kelderzwam vindt men daardoor niet op precies dezelfde plaatsen.
Wel kunnen beide ongeveer gelijktijdig optreden daar er meestal een vochtgradiënt bestaat van zeer nat naar droog, en dus ook een zone die geschikt is voor huiszwamontwikkeling. Regelmatig stelt men vast dat de ontwikkeling van de kelderzwam voorafgaat aan die van de huiszwam.
Doordat de kelderzwam optimaal groeit onder dergelijke vochtige omstandigheden is de soort gevoeliger voor uitdroging dan de huiszwam. Uitdrogen alleen is echter in de meeste gevallen onvoldoende om de fungus volledig te vernietigen. Een behandeling met fungiciden blijft noodzakelijk.
Dun viltig, dikwijls waaiervormig mycelium. Het is bleek van kleur, dikwijls met een vrij rijke variatie aan tinten. De myceliumstrengen zijn in jonge toestand bleek okerachtig tot bruinig. Ze kleuren vrij snel zwart.
Vruchtlichamen worden slechts uitzonderlijk gevormd in gebouwen. Wanneer ze gevormd worden is hun ontwikkeling soms spectaculair, over grote oppervlakten. Ze zijn uitgespreid, membraanachtig, donkerbruin gekleurd met een groenige tot olijfkleurige schijn. In jonge toestand is het lichaam glad en gelig. De groeirand is in alle stadia wat katoenachtig tot fijn vezelig, en geligwit.
Myceliumstrengen van de kelderzwam kunnen wel over metselwerk en stenen groeien. Ze kunnen weliswaar in de kleinere ruimtes doordringen doch bezitten zeker geen even groot vermogen om doorheen anorganische constructie-elementen te groeien als de huiszwam.
De kelderzwam groeit zeer snel. De groeisnelheid in een bouwwerk is uiteraard sterk afhankelijk van de lokale omstandigheden.
Het is altijd een vervelend moment als uw werk- of woonomgeving een invasie van alles-over-huis-en-kelderzwammen te verwerken heeft.
En natuurlijk wil u daar zo vlug mogelijk een einde aan maken! Bel mij direct!
Neem dan best telefonisch contact op of stuur ons een mailtje. Wij beantwoorden uw aanvraag zo snel mogelijk!
Contact